Enkelvoetorthese (AFO)
Spataderen (less common), maar vooral voetverlamming (‘foot drop’) na beroerte of zenuwletsel, ernstige verstuikingen, instabiliteit bij spasticiteit of vaatproblemen.
Ook bij Charcot-patiënten (neuropathie) en diabetische voet kan een AFO gebruikt worden.

Technische werking
Een AFO ondersteunt de voet en enkel. Er zijn stijf (immobiliserende) varianten en dynamische varianten (met veerwerking). Een gerenommeerde AFO omgeeft de enkel door flexibele platen en bandages zodat de enkel wordt gestabiliseerd na ernstig letsel. Dit voorkomt ongewenste draaiingen bij het staan en lopen. Andere AFO’s hebben een voetplaat om de voet in 90° te fixeren of een carbonframe dat energie teruggeeft tijdens gang.
Gebruikte materialen
Thermoplastisch kunststof, aluminium staven of flexibele polymeren in de zijkanten, textiel en klittenbandsluitingen. Dynamische AFO’s gebruiken vaak koolstofvezel
Voordelen
De voet blijft in de juiste positie, wat struikelen voorkomt en de loop verbetert. Bij patiënten met neuromusculaire aandoeningen vermindert een AFO de kans op vallen. Ook voorkomt hij (over)rekking van pezen. Voor de zorgverlener betekent dit dat de patiënt sneller zelfstandig kan lopen met minder kans op complicaties en dat fysiotherapie effectief kan worden voortgezet.
