We stemmen inlegzolen, orthesen en hulpmiddelen af op de specifieke neurologische beperking. Zo kan bijvoorbeeld bij een cerebrovasculair accident een flexibele enkelvoetorthese worden voorgeschreven om voetheffing te ondersteunen, terwijl bij spasticiteit in de knie een vergrendelbare knieorthese wordt toegepast. Bij kinderen met cerebrale parese kunnen we voor elke orthopedische vraag een oplossing op maat bieden om de mobiliteit te verbeteren​. Dit kan variëren van dynamische AFO’s en handschorten tot speciale schoeninlegzolen en lichte looprekken.

Het traject omvat vaak een grondige analyse van spasticiteit, loophouding en balans, waarna het hulpmiddel (bijvoorbeeld een spalk of corset) stapsgewijs wordt aangepast tijdens de revalidatie. Door deze aanpassingen kunnen neurologische patiënten vaak zelfstandiger bewegen, de afhankelijkheid verminderen en deelnemen aan sociale en therapeutische activiteiten.